Cuenca en Vilcabamba

25 juni 2010 - Calgary, Canada

Op 21 mei namen we s ochtends de bus naar Cuenca. Eerst reden we drie uur langs de kust, op naar Guayaquil. Hier kwamen we op het grootste busstation dat ik ooit gezien heb. Daar in de chaos en de stinkende en ontzettend rookuitlaatgassende bussen geprobeerd het kraampje te vinden waar we ons kaartje voor Cuenca konden kopen. Iedereen riep Quito, Quito, Quito.... (doen de hulpjes van de buschauffeur ook, uit de deur hangend, als de bus in de stad rijdt en zoveel mogelijk mensen wil meenemen), maar ze wilden ons ook wel helpen om de bus naar Cuenca te vinden. In de bus zaten veel mensen met kinderen die schreeuwden, en kwamen mensen de bus in om ons allemaal dingen aan te smeren. Maar wij hadden ons avondeten al gehad, namelijk een vieze hamburger die ik naar een paar happen wel weer had weggegooit. Uiteraard konden we ook weer genieten van een mooie geweldsfilm. Na een rit van 5.5 uur kwamen we laat aan in Cuenca. De rit duurde iets langer omdat ze aan de weg aan het werken waren. Dit doen ze in Ecuador heel veel nu, de regering wil alle wegen verbeteren. Maar dat betekent wel dat een kant van de weg 40 minuten moet wachten zodat de andere helft door kan. In Cuenca hebben we een mooi en goedkoop hostel gevonden.

De eerste dag in Cuenca stond vooral in het teken van de vele kerken en pleinen bezoeken. De een mooier dan de ander. Ook wilden we een archeologisch museum bezoeken dat wegens elektrische problemen gesloten was. Wat er gebeurt als je de hele tijd van hoogte wisselt, naast dat je er zelf last van hebt, is dat je vloeistoffen er ook last van hebben. Zo is in Cuenca voor de 2e keer mn deoroller ontploft (het bolletje schiet er dan uit).

tweede dag zijn we naar Gaulaceo en Chordoleg geweest, met bussen die er toch wel erg oud uitzagen, maar wonderlijk toch nog reden. In Gaulaceo hebben we geprobeerd een grote zondagsmarkt te vinden, maar deze hebben we niet gevonden. wel hebben we een groente en fruit markt gevonden maar ik een heerlijke ananas heb gegeten en de veemarkt waar alle koeien en varkens verhandeld werden. In de bus hing een heerlijke etensgeur van de mensen die naar de markt waren geweest en hele tassen vol spullen gekocht hadden. In Chordoleg hebben we mooi en goedkoop zilver kunnen kopen en heb ik een traditionele panama hoed gekocht, die alle mensen daar ophebben. De hoed komt uit die regio (niet uit panama) en wordt van riet gemaakt.

Dag erna zijn we met de bus naar Ingapirca geweest, de best bewaarde inca ruines van Equador. Eigenlijk zijn ze gebouwd door een ander volk, namelijk de kanari mensen. Maar de inca´s hebben de plaats overgenomen. Het ligt erg mooi in de Andes, en het ligt ook dichtbij allemaal waterreservoirs.

Volgende dag hebben we weer de bus gepakt vanuit Cuenca om naar Giron te gaan om daar een mooie waterval te bezoeken. De busrit was er een waarvan ik verwacht had meer te hebben. Afschuwelijk!! Flink gassen, inhalen in scherpe bochten... en dan ook nog om geld vragen... Inge zei: ik betaal niet voor mn eigen dood.... pas als we niet meer inhalen in bochten, betalen we. Dit hielp een beetje. In Giron moesten we nog 1 uur omhoog lopen om de waterval te bereiken, dt was nog best zwaar. Maar de waterval was dan ook wel heel mooi (we werden erg nat als we te dichtbij kwamen). Hij lag mooi in de rotsen en was bekleed met veel mos en andere planten en bomen. Inge en ik hadden niet echt zin om weer helemaal terug te lopen, dus zijn we achterop een pick-up truck geklommen en hadden we een gratis lift gehad naar het dorp. Daar hebben we een militair museum bezocht over de jaren 1829- 1929 (zuid-amerika was onafhankelijk) en daarvoor toen Simon Bolivar en Sucre  bezig waren om zuid-amerika onafhankelijk te maken. De straatnamen die veel gebruikt worden in Ecuador zijn allemaal van mannen die hiermee te maken hadden.

Op onze laatste dag in Cuenca zijn we naar het mooie nationale park Cajas geweest wat dichtbij Cuenca ligt. Hier gingen we een dag hiken, wat nog best zwaar was vanwege de hoogte van 4000 meter. Ik ben iemand die snel last heeft van hoogteziekte, hoofdpijn en duizelig zijn. Hoe dan ook, ik heb de hike afgemaakt en heb erg genoten van het mooie uitzicht. Cajas staat ook bekend om zijn vele meren en er leven veel lama´s en alpaca´s. En in de meren zwemt veel forel. Dus na de hike hebben we dan ook lekkere gele aardappelsoep gegeten en als hoofdgerecht kregen we een super lekkere forel met yuka.

De dag erna zijn we naar Vilcabamba geweest. dit dorp ligt ook in de Andes, en is een relaxt dorp waar veel backpackers komen en ook oudere toeristen neerstrijken die hier willen blijven wonen en hier met pensioen willen gaan. het dorp is best klein en doet erg gemoedelijk aan. in het dorp zit het vol met touroperators die paardrijtochten aanbieden. Wij hebben dan ook meteen een 4-uurse paardrijtocht geboekt die we de dag erna zouden gaan doen. Die avond gezellig aan het pleintje gegeten, en we kwamen reizigers tegen die we in Quito en de jungle ook al zijn tegengekomen.

de volgende ochtend staan we vroeg op om te gaan paardrijden, eerste rijden we over een zandweggetje en ik verwacht ook dat we dit doen voor 4 uur. maar nee, het wordt veel leuker!!! ineens gaat mn paard de rivier over en over een wel heel stijl en smal paadje omhoog. Zo gaaf en knap dat het paard het kan! ik leun gewoon een beetje naar voor en hou zn manen vast en laat mn hengst lekker klimmen... het uitzicht over de andes is echt adembenemend, zo mooi! af en toe stoppen we even voor fotos en om het paard te laten uitrusten. We eindigen onze klim bij een waterval, daarna gaan we weer omlaag (dan leun ik naar achter) en mn paard zet ons af bij ons hostel. wat een luxe! Inges paard was een beetje traag en die van mij onhandig. hij maakte af en toe een paar misstappen. dit gaf wel een paar enge momenten. Hierna waren we wel toe aan een massage. Er was alleen een klein probleempje, ons geld was op en de enige pinautomaat in het dorp was kapot. en het blijft wel ecuador, geen garanties over wanneer deze gemaakt gaat worden. morgen, over een week... wie zal het zeggen. gelukkig konden we onze laatste euros omwisselen in ons hostel. Daarna genoten van een massage. In het dorp is feest, en savonds is het hele dorp op straat en dansen ze merenque. Inge en ik zijn ook gevraagd en we hebben merenque gedanst op het plein.

Dag erna moesten we toch naar de dichtsbijzijnde stad om geld te pinnen om ons hostel te kunnen betalen. Een uur verderop ligt Loja, de provinciehoofdstad. Daar brengen we samen een dag door met een belg. we verkennen de stad, eten een goedkope almuerzo (lunch) en pinnen geld uiteraard en de volgende dag gaan we naar Machala, waar we de bus nemen naar Tumbes in Peru. Hier zullen we ook Ana (een peruaans vriendinnetje die ik in calgary heb ontmoet) ontmoeten.